|
|
Woensdag 10 januari,
Patras
Als ik 's ochtends wakker wordt is het warm en
licht in de tent, als ik de tent open doe zie ik dat
het stralend weer is buiten en snel kruip ik de tent
uit, Marnix is bezig koffie te zetten, wat een
timing. In het zonnetje genieten we van een vers
kopje oploskoffie. Onze laatste echte vakantie dag,
we ontbijten en genieten op de steiger van het mooie
zonnige weer. Zo halverwege de middag krijg ik het
gevoel dat ik wat nuttigs moet gaan doen, dus ik ga
de eend maar eens flink uitmesten en schoonmaken van
binnen. Aan het einde van de middag breken we tent
af, we ruimen de eend in en we eten wat. Na het eten
vertrekken we richting de stad. Voordat we vanavond
vertrekken met de boot willen we eerst even inkopen
doen voor de bootreis, maar helaas, we hebben pech,
de supermarkten zijn op woensdagmiddag gesloten. Nu
moeten we boodschappen doen bij de dure kleine
winkeltjes, het is niet anders. Daarna gaan we nog
even naar het interneetcafé, de laatste keer dat dat
kan voordat we thuis zijn. Na het emaillen rijden we
naar de havens, we moeten zo langzamerhand eens gaan
inchecken. Het duurt een eeuwigheid voordat we de
eend op het schip mogen rijden, maar na een uur
wachten rijden we via de steile helling het schip
binnen. Om twaalf uur middernacht vertrekken we, nog
een uurtje wachten en de touwen gaan los. Maar als
het even voor middernacht is vat de bemanning van
het schip op om een reddingsoefening te doen. Een
luik aan een van de flanken van het schip gaat open
en hieruit vallen twee oranje pakketten, met
oorverdovend gesisssss ontpoppen de pakketten zich
tot enorme overdekte opblaasreddingsboten, goed om
zo'n 100 man per opblaasboot te herbergen. Via een
soort touwladderachtige constructie kan je de
reddingsboten bereiken. Het gaat waarschijnlijk nog
wel even duren voordat de oefening voorbij is dus we
gaan maar slapen. Gelukkig hoeven we deze keer niet
buiten op het dek te slapen, we hebben een mooie
slaapplek gevonden binnen. Ik val snel in slaap.
Donderdag 11 januari 2001, bootreis Patras -
Triëst
Het eerste wat ik doe als ik de volgende ochtend
wakker wordt is een warme douche nemen, dat is
alweer een tijdje geleden dat dit mogelijk was, de
laatste keer hebben we ons in het koude zeewater
gewassen, wat een genot zo'n warme douche. De rest
van de middag lezen we wat, we lopen rond over de
boot, kijken wat televisie en drinken een biertje.
's Avonds bereiden we op het dek een maaltijd, een
zakje spaghetti met saus, kokend water erbij en
klaar. Tijdens het koken raken we in gesprek met
twee Nederlanders, de rest van de avond praten we
wat en daarna gaan we op tijd naar bed.
Morgenochtend om 6 uur komen we aan in Trieste.
Vrijdag 12 januari 2001, Triëst - Keulen
Om 5 uur 's nachts gaat de wekker, een onmenselijke
tijd om op te staan, buiten is het nog pikdonker. Ik
maak Marnix wakker en daarna ga ik me even wakker
douchen. Ondanks de vertraging die we opliepen door
de reddingsoefening zijn we toch nog op tijd
aangekomen in Triëst. Het duurt even voordat we de
boot af mogen, de Italiaanse douane doet moeilijk,
maar uiteindelijk mogen we de boot af rijden.
Italië, het vaste land van Europa, we zijn bijna
thuis. Het wordt een lange rit vandaag. Van Triëst
naar Keulen, zo'n 1200 km rijden, de langste rit die
we tot nu toe gereden hebben. In Keulen hebben we
een hotel gereserveerd, dus we moeten wel. Het wordt
inderdaad een lange vermoeide rit, dwars door
Oostenrijk, en een groot gedeelte van Duitsland.
Doodmoe komen we rond een uur of 23:00 aan in
Keulen, gelukkig hebben we het hotel snel gevonden.
Het is ongelooflijk we zijn bijna thuis, het eendje
heeft zich bewezen, ik had nooit durven dromen dat
we met zo weinig problemen naar India heen en weer
zouden rijden. Als we op de hotelkamer zijn kijken
we wat televisie en we halen wat herinneringen op
van de reis, het is immers de laatste avond. |
|
|
|