|
|
Woensdag 4 januari
2001, Gazipasa - Antalya
De volgende ochtend staan we toch nog redelijk
bijtijds op, we willen niet te laat in Antalya
aankomen, in Antalya willen we namelijk de bootreis
van Izmir naar Venetië gaan boeken. Na het ontbijt
gaan we een stukje rijden in de jeep van Ansgar, het
is prachtig weer vandaag. Hij laat ons het dorpje
zien en we rijden even naar het strand waar Ansgar
altijd gaat duiken, daarna rijden we nog even langs
Ansgar's huisje in de bergen. Nu woont hij nog in
het appartement van zijn ouders maar in de bergen
heeft hij een huisje gekocht dat ie nu aan het
restaureren is. Het is een erg leuk en oud huisje,
opgetrokken uit natuursteen, prachtige bewerkte
kozijnen, een houten vloer en een magnifiek uitzicht
over de omgeving. Na de sightseeing tour rijden
nemen we afscheid van Ansgar en we vervolgen de reis
naar Antalya, een lange vlakke weg langs alle
betonnen appartementencomplexen van de Turkse
Riviera. Rond een uur of drie rijden we Antalya
binnen, in de Lonely Planet lezen we dat we in het
oude centrum van de stad goedkope hotelletjes kunnen
vinden. Het vinden van het oude centrum valt niet
mee, maar na een uurtje rondrijden belanden we
uiteindelijk toch in het oude centrum en een
hotelletje hebben we snel gevonden.
Nadat we ingecheckt hebben gaan we de stad in om een
hapje te eten, tot onze verassing hebben ze een Mac
Donalds in Antalya, dat is lang geleden.
Na het eten zwerven we nog wat door de stad, het
oude centrum van de stad is erg leuk maar daarbuiten
doet de stad een beetje saai aan en na een uurtje
wandelen keren we weer terug naar ons hotelletje.
Donderdag 4 januari 2001, Antalya
De volgende ochtend gaan we opzoek naar een
reisbureau dat voor ons de boottocht kan regelen van
Izmir naar het vaste land van Europa. Na een lange
zoektocht vinden we een reisbureau, we hadden het
eigenlijk al gevreesd, maar omdat het laagseizoen is
varen er geen veerboten tussen Turkije en Italië.
Dat betekent dus dat we de boot pas in Griekenland
kunnen nemen, geen ontspannen boottrip dus maar het
hele stuk terug door Griekenland rijden, zo'n 1300
km. Maargoed het is niet anders, we genieten nog
maar even van onze laatste rustdag in Antalya, de
komende dagen zullen we flink door moeten rijden. We
drinken een biertje op een terrasje aan zee, het is
fantastisch weer vandaag, in het zonnetje uit de
wind, zo'n 20 graden en dat voor begin januari.
Daarna lopen we nog wat door de stad, langs de oude
haven, door het oude centrum, en zo weer terug naar
het hotel. 's Avonds relaxen we wat, ik lees wat in
m'n boek, we spelen een potje schaak en gaan op tijd
naar bed.
Vrijdag 5 januari 2001, Antalya - Bursa
's Ochtends verslapen we ons, wel lekker
uitgeslapen, het mocht wel weer eens, vroeg opstaan
is niet m'n sterkste punt. We hebben besloten om
vandaag via Pamukkale naar Ephesus te rijden. Als we
de stad proberen uit te komen verdwalen op de
ringweg van Antalya. Uiteindelijk belanden we op een
weg die niet op de kaart staat, de weg is gloednieuw
en op zich wel de goede richting op, als we weer op
de weg richting Pamukkale en Ephesus willen komen
rijden we uren om, dus we besluiten om verder te
rijden. Op zich wordt het een mooie tocht door de
gebergten van het binnenland van Turkije. Het is
alleen jammer dat het erg koud en mistig is.
Daardoor gaat het op veel stukken niet zo snel als
we gewild hadden en zien we weinig van de omgeving.
Het wordt een saaie rit en we rijden tijden lang
door de dichte mist. Als we Bursa, een miljoenenstad
in het noordwesten van Turkije, bereiken is het al
bijna donker. De wegen in deze stad zijn wederom
stervensdruk, er is bijna geen doorkomen aan. We
hebben het behoorlijk gehad om in de verkeerschaos
van een drukke onbekende stad te moeten zoeken naar
een hotel, maar gelukkig is dit voorlopig de laatste
grote stad waar we zullen overnachten, in
Griekenland kunnen we weer wildkamperen. Een student
helpt ons bij het zoeken naar een goedkoop
hotelletje. Met zijn drieën voor in de eend rijden
we door de chaotische stad, maar uiteindelijk vinden
we toch een veilige plek voor de eend en een
hotelletje. Om Arkan, de student, te bedanken voor
zijn hulp drinken we nog een biertje met hem en eten
we met z'n drieën bij een restaurantje. Daarna gaan
we doodmoe terug naar ons hotel.
Zaterdag 6 januari 2001, Bursa – Lapseki –
Gallipoli - Alexandroupoli
Wederom vroeg op pad de volgende dag. Vandaag
zullen we de Europese Unie weer binnenrijden, toch
wel een goed gevoel. We vrezen een beetje voor de
grensovergang met Griekenland, Marnix is namelijk zo
slim geweest om z'n paspoort mee te wassen. We
hebben het paspoort gedroogd door het voor de
verwarming van de eend te hangen en daarna tussen
een stapel boeken gelegd. Het paspoort ziet er weer
redelijk uit, maar je ziet toch nog steeds dat het
nat geweest is. Als we Bursa uitrijden schijnt het
zonnetje er vrolijk op los, als we echter buiten de
stad komen, komen we terecht in dichte mist, we
moeten erg voorzichtig rijden.
Om een uur twaalf 's middags komen we aan in Lapseki
waar we de pont moeten nemen naar het Europese
gedeelte van Turkije. Als we aan de overkant zijn
hoeven we nog maar een klein stukje tot aan de grens
met Griekenland.
Om een uur of halfvier komen we aan bij de grens,
mooi op tijd. We zijn erg benieuwd hoe er op het
paspoort van Marnix gereageerd zal gaan worden.
Als we bij de eerste politiecontrolepost komen,
moeten we de paspoorten afgeven, er wordt aandachtig
gekeken naar het paspoort van Marnix, de
politieagent vraagt wat er met het paspoort gebeurd
is, we leggen de situatie uit. Dan legt hij ons uit
dat we een groot probleem hebben, het blijkt
namelijk dat ons visum al tien dagen verlopen is, we
zijn illegale Nederlanders in Turkije. Aan de grens
tussen Iran en Turkije echter hebben we gevraagd of
we een nieuw visum nodig hadden, maar dat was niet
nodig volgens de douaniers aldaar en het visum, op
dat moment nog een dag geldig, werd gewoon
afgestempeld. Wij gingen er verder vanuit dat het
dan wel goed zat maar nu blijkt dus dat we zonder
geldig visum in Turkije zijn geweest, een groot
probleem. De politieagent lijkt er lol in te hebben
en blaast het probleem enorm op. In gebroken Engels
wordt er tegen ons geschreeuwd en als we proberen
uit te leggen hoe alles in elkaar steekt dan doen ze
alsof ze ons niet begrijpen. De douanier haalt een
lijst tevoorschijn en wijst op een belachelijk hoog
geldbedrag, 125 miljoen Turkse lire, omgerekend zo'n
f 500,-. We maken kenbaar dat we niet over zo'n
geldbedrag beschikken, maar het boeit ze niks, er
wordt gebaard dat we dan maar op moeten rotten en
terug Turkije in moeten. Het komt erop neer dat we
de grens niet over mogen voordat we de geldboete
betalen. Maar we zijn toch echt niet van plan om dit
belachelijk hoge bedrag neer te tellen. We wachten
en wachten, we worden weer gewenkt door de douanier
en hij vraagt ons wat we nu willen, we leggen
nogmaals uit dat we het bedrag niet kunnen betalen,
maar de douanier houdt z'n poot stijf. We zeggen dat
we de chef willen spreken, maar er wordt ons verteld
dat die pas over een paar uur komt, we wachten wel.
Na uren wachten krijgen we dan eindelijk de chef te
spreken, gelukkig spreekt hij beter Engels en we
leggen ook hem de situatie uit. Hij is zeker niet
van plan de boete in te trekken maar na een tijdje
praten lukt het ons om de boete te verlagen naar f
80,- de man, de rest van de boete blijft open staan,
als we ooit Turkije nog een keer in willen dan
zullen we de opstaande boete alsnog moeten betalen.
We zijn het helemaal zat en we zijn allang blij dat
we de boete zoveel hebben kunnen verlagen dus we
betalen maar. Dan volgt de gebruikelijke
administratieve rompslomp, overal kleine kantoortjes
waar we stempels moeten halen en documenten van de
eend moeten tonen, niemand spreekt Engels, iedereen
is bot en onaardig, niemand behulpzaam. Toch is het
raar, de Turken zijn normaal zulke aardige mensen
maar aan de grens zijn het allemaal klootzakken. Na
een uur of twee hebben we eindelijk ons laatste
stempel bemachtigd bij een van de kantoortjes, we
mogen de grens over. We hebben ons record verbroken,
de grensovergang tussen Turkije kostte ons destijds
ongeveer 4 uur, Turkije - Griekenland heeft ons zo’n
7 uur gekost, wat een tijdsverspilling. Nou ja, we
zijn blij dat we eindelijk weer de Europese Unie
binnen mogen, we rijden door het niemandsland tussen
de Turkse en Griekse grens.
De Griekse grens zullen we zo door zijn, de vorige
keer hoefden we alleen even snel ons paspoort te
laten zien. Als we bij het douanehokje aankomen
laten we ons paspoort zien en verwachten we dat we
zo door mogen rijden. Maar helaas, we moeten de eend
aan de kant zetten en dan komt er een douanebeambte
die de eend gaat doorzoeken, het zal toch niet dat
ze de eend hier bij de laatste grensovergang
overhoop gaan halen. Als ze al onze souvenirs maar
niet vinden, we hebben nogal wat verzameld tijdens
onze reis, een stuk of 8 waterpijpen, schaakbordjes,
cd’s, misschien kunnen ze moeilijk doen. De dozen
met souvenirs staan onderop en gelukkig zoekt de
douanier niet zo goed dat hij de dozen ontdekt, we
mogen doorrijden. We zijn blij en opgelaten,
eindelijk zijn we Griekenland binnen. Door alle
oponthoud is het behoorlijk laat geworden, we moeten
nog een uurtje rijden voor we in Alexandroupoli
zijn, de eerste stad na de grens. Uitgehongerd
rijden we de stad binnen, het is al tien uur en we
hebben nog niks gegeten. Wat een welvaart weer hier
in deze Griekse stad. We zoeken een Griekse snackbar
en we eten een broodje Souflaki. Daarna gaan we maar
eens opzoek naar een slaapplek, we zijn van plan om
wild te kamperen in Griekenland, het weer is goed
genoeg om te kamperen en door wild te kamperen
sparen we veel geld uit, de hotels zijn hier vele
malen duurder dan in Turkije, Iran etc. We hoeven
niet lang te zoeken naar een geschikt plekje om te
kamperen, we slaan een klein weggetje in en komen
vlakbij het strand uit. Een stukje gras en uitzicht
over zee, perfect. We zijn doodmoe van al het gedoe
bij de grens en nadat we een biertje hebben
gedronken gaan we naar bed, tevreden val ik snel in
slaap. |
|
|
|