|
|
Zondag 7 januari
2001, Alexandroupolis - Platamonas
De volgende ochtend word ik wakker van de wekker,
redelijk vroeg op vandaag, we willen het liefst
binnen twee dagen in Patras zijn zodat we in Patras
nog een rustdag hebben voor we de boot naar Italië
nemen. Buiten is het een beetje grijs, in de lichte
miezerregen zetten we koffie en we genieten van ons
uitzicht over zee.
Na de koffie pakken we onze spullen in de eend en
gaan we opzoek naar een bakker, het is zondag
vandaag dus we hopen dat er een bakkertje open is.
We hoeven niet lang te zoeken voor een bakker,
heerlijke verse croissants en stokbrood. Na het
ontbijt zetten we koers richting Patras, we hebben
geen einddoel voor vandaag, we zien wel hoe ver we
komen, als we maar binnen twee dagen in Patras zijn.
Het belooft een mooie rit te worden vandaag, het
grootste gedeelte van de route is direct langs de
kust door de bergen. Toen we op de heenweg over deze
weg reden was het nog lekker warm, we hebben toen
nog gezwommen in de zee, het lijkt een eeuwigheid
geleden, maar er is in vier maanden tijd ook zoveel
gebeurd.
Zonder veel pauzes te nemen rijden we de hele dag
gestaag door, het eendje rijdt nog even soepel als
altijd en we luisteren veel muziek. Als het rond een
uur of 17:00 begint te schemeren slaan we af bij het
stadje Platamonas en gaan we opzoek naar een
geschikte plek om wild te kamperen. Lang zoeken naar
een leuk plekje hoeven we niet, Griekenland is
ideaal om wild te kamperen, je hoeft maar even van
de hoofdweg af en je belandt op de meest mooie
plekjes. We hebben de tent op het strand opgezet en
we gaan opzoek naar hout om een kampvuur te maken.
Het hout is een beetje vochtig maar gelukkig hebben
we nog een volle jerrycan met benzine achterin, een
beetje benzine over het vochtige hout en er ontstaat
binnen de kortste keren een prachtig vuur, als het
vuur weer dooft gooien we er, met de nodige
voorzichtigheid een extra scheut benzine overheen,
een enorme steekvlam en het vuurtje brand weer. We
koken een lekker maaltje en na het eten drinken we
wijn bij het kampvuur. Aangeschoten van de Griekse
wijn kruipen we rond middernacht ons tentje in, nog
zes dagen en we zijn alweer thuis, een raar idee.
Maandag 8 januari 2001, Platamonas - Delfi -
Patras
De volgende ochtend staan we weer vroeg naast
ons tentje, de zee is rustig en het zonnetje
schijnt. Vandaag willen we Patras bereiken, vanaf
hier niet zo heel ver meer rijden maar we moeten een
stuk door de bergen en we willen nog even in Delfi
stoppen om het Orakel te bekijken en we willen voor
het donker aankomen in Patras, we zullen wel weer
teveel willen vandaag, maargoed in Griekenland is
het een stuk minder gevaarlijk om door het donker te
rijden. Het eerste stuk is snelweg en we schieten
aardig op. Dan is het afgelopen met de snelweg en
gaan we steil omhoog de bergen in. Het is een
prachtige route, besneeuwde bergtoppen, idyllische
bergdorpjes, en dat alles bij een strakblauwe hemel
en een lekker warm zonnetje. Hier in het Zuiden van
Griekenland is het erg lekker weer. Als we na de
bergen in een stadje komen doen we vast boodschappen
voor vanavond en we lunchen in het zonnetje, het is
zulk lekker weer dat we in ons T-shirt kunnen zitten
en dat terwijl we iets meer dan een week geleden 's
nachts nog 20 graden vorst hadden. We genieten er
nog maar even van, straks in Nederland zal het weer
koud zijn. Na de lunch rijden we richting Delfi,
vanaf hier nog maar een klein stukje rijden. Delfi
zelf is een en al toerisme, hotels, toeristenshops
en restaurants is het enige dat we zien. We rijden
door het stadje heen opzoek naar het Orakel en de
andere Griekse ruines. Iets buiten het stadje
stuiten we een museum en daar vlakbij het
openluchtmuseum met het Orakel. Eerst maar eens het
museum in, oude Griekse beelden, reliëfs,
gebruiksvoorwerpen etc. In sneltreinvaart door het
museum en dan naar buiten, naar het openluchtmuseum,
de omgeving is prachtig, het Orakel wordt omringd
door groene heuvels met olijfbomen en op de
achtergrond hoge bergen. Van het Orakel zelf is
weinig over, een reconstructietekening laat zien hoe
het ooit geweest is verder staan er om het Orakel
een aantal Griekse bouwwerken zoals een amfitheater,
een aantal tempels, ruines etc. Nadat we het Orakel
bewonderd hebben gaan we weer op weg naar Patras, we
rijden nu weer langs de kust, een prachtig stukje
Griekenland wederom, slingerend langs de kust,
gigantische rotspartijen, blauw water, blauwe lucht
groene heuvels met olijfboomgaarden. Om in Patras te
komen moeten we eerst nog een stukje met de
veerpond. Als we aan de overkant zijn rijden we al
snel de stad binnen, we rijden langs de havens met
de enorme veerboten, met een van deze gigantische
schepen varen we morgennacht naar het vaste land van
Europa. Als we bij een van de veerbootmaatschappijen
informeren blijkt dat er een veerboot van Patras
naar Trieste (Noord Italië) vaart. We waren eerst
van plan om van Patras naar Bari (Zuid Italië) te
varen. De boot naar Trieste vertrekt een dag later,
is honderd gulden goedkoper en we hoeven een stuk
minder km's te rijden door Italië, alleen maar
voordelen dus. Nadat we de tickets geboekt hebben
gaan we opzoek naar een plekje om de tent op te
zetten, we hopen dat we ergens een camping zullen
vinden die open is, maar die hoop geven we al snel
op, alle campings zijn gesloten. Dan maar weer wild
kamperen. Na een tijdje zoeken vinden we een mooi
plekje aan het strand. We zetten de tent op en
daarna maken we een groot kampvuur en we drinken een
wijntje.
Dinsdag 9 januari 2001, Patras
De volgende ochtend word ik wakker van de harde
regen die op de tent tikt, gelukkig kunnen we lekker
uitslapen vandaag. Ik draai me nog maar eens om. Om
een uur of 13:00 word ik weer wakker, buiten regent
het nog steeds maar nu is het toch wel tijd om eruit
te gaan. Omdat we steeds wild kamperen hebben we al
een paar dagen niet gedoucht, en voorlopig hebben we
ook geen douche tot onze beschikking, we besluiten
maar om ons te wassen in de zee. Het valt niet mee,
het water is koud en rillend van de koude wassen we
ons met het zoute water. Nadat we ons gewassen
hebben en ontbeten hebben, gaan we de stad in, echt
een interessante stad is Patras niet. We zwerven wat
rond door de grijze straten, we zoeken een
internetcafé op, drinken een biertje en eten bij een
Griekse MacDonald-achtig cafetaria. Na het eten
lopen we richting de havens, we bewonderen de
gigantische schepen die hier in grote getale liggen.
Daarna zoeken we de eend weer op en we rijden naar
onze privé camping. Buiten is het nog steeds
regenachtig dus er zit weinig anders op dan de tent
in te kruipen, het is ook alweer laat dus we gaan
slapen. |
|
|
|