|
|
Zaterdag 4 november
2000, Jacobabad - Dera Ghazi Ghan
We staan vandaag vroeg op, weer een lange
afstand vandaag. Het doel voor vandaag is Dera Ghazi
Khan, zo'n 350 km naar het noordoosten. Als we in
Dera Ghazi Ghan zijn, zijn we dus om de bergen heen
gereden. Om een uur of 7.00 vertrekken we vanaf het
hotel, we moeten eerst maar eens de stad uit.
Het is al druk op de stoffige weggetjes die door het
stadje lopen. Zo druk dat we Tim op een gegeven
moment zelfs kwijt zijn. We denken dat ie achter ons
zit, dus we stoppen even, maar hij komt maar niet,
Marnix zal wel even gaan kijken waar Tim blijft, ik
blijf in de eend zitten. Al snel verzamelen zich
kinderen om de eend heen, ze zijn op weg naar
school. Marnix blijft voor mijn gevoel uren weg, de
massa wordt steeds groter, er staan wel honderd
mensen om de eend heen, het is niet echt relaxed
meer of zo. Dan zie ik Tim door de mensenmassa
heenkomen, hij was ons voorbij gereden dus we
stonden voor niks te wachten, Marnix is er ook weer,
dus we kunnen weer verder rijden. Ik baan me een weg
door de massa heen.
Als we eenmaal weer op de grote weg zijn wordt de
weg beter en beter. Het landschap wordt ook steeds
interessanter, gisteren reden we nog door de
woestijn, nu rijden we dwars door een van de
vruchtbaarste gebieden van Pakistan, het
stroomgebied van de rivier de Indus. Het is alsof we
in Indonesië beland zijn, rijstvelden, graanvelden,
waterbuffels, overal wordt landbouw bedreven. We
zien constant mensen die het graan aan het oogsten
zijn, ze slaan met grote bossen graan op de grond,
zodat de
graaankorrels loskomen. Overal water, we zien overal
waterbuffels door het water buffelen, ik ben jaloers
op de buffels, het is bloedheet in de auto, een duik
in het frisse water zou geen slecht idee zijn,
helaas hebben we daar geen tijd voor vandaag, we
moeten kilometers maken. Als we ergens stoppen om
even wat te drinken, worden we natuurlijk weer
aangesproken, gelukkig zijn er niet zoveel mensen in
de buurt dus het blijft relaxed. De mensen zijn
vriendelijk hier. Ook de mentaliteit ten opzichte
van buitenlanders is een stuk beter dan in Iran
bijvoorbeeld, in Iran probeerden ze je overal te
naaien, je moest altijd afdingen als je ergens iets
kocht of ergens ging eten. Hier in Pakistan zijn de
mensen een stuk eerlijker. De mensen hier in het
oosten van Pakistan lijken erg veel op de Indiërs
qua uiterlijk, niet zo heel vreemd natuurlijk, dit
was ooit West-India. Wat verder opvalt in Pakistan
is dat iedereen dezelfde kleding draagt, de mannen
dragen allemaal een soort lange dunne katoenen
blouse met daaronder een dunne wijde katoenen broek,
de kleuren zijn licht en broek en blouse hebben
dezelfde kleur, echt iedereen draagt ze. Vrouwen zie
je erg weinig op straat, ze zitten thuis en komen
nauwelijks hun huis uit. De vrouwen die je ziet zijn
allemaal gesluierd, sommige vrouwen hebben zelfs
neus en ogen bedekt, ze kijken en ademen door een
soort gaas, het gezicht is geheel bedekt.
De weg blijft gelukkig goed vandaag we kunnen flink
opschieten, onderweg stoppen we nog even in een
klein dorpje om iets te eten, tijdens het eten
worden we geobserveerd door zo'n 100 man, het hele
dorp is ongeveer uitgelopen om te zien hoe wij
vreemde westerlingen eten. Gelukkig houden ze zich
rustig, ze kijken alleen maar, we zijn inmiddels al
aan het idee gewend en we eten rustig verder. Na ons
middageten rijden we weer verder, tegen het einde
van de middag komen we aan in Dera Ghazi Khan, het
hotel dat ons is aangeraden door andere reizigers
hebben we gelukkig snel gevonden, eindelijk kunnen
we weer even relaxen, zonder 100 man om je heen.
's Avonds lopen we nog wat door de stad heen,
hetzelfde recept, een vieze primitieve, stoffige
stad, geen bezienswaardigheden en weinig te beleven.
We gaan vrij vroeg naar bed, morgen weer vroeg op.
's Nachts wordt ik wakker, ik moet constant naar het
toilet, diaree, ik voel me beroerd, ik ben
misselijk, ik moet overgeven en heb koude rillingen.
Ik slaap de rest van de nacht erg beroerd, steeds
naar het toilet om over te geven en koortsdromen. Ik
vraag me af waar ik deze voedselvergiftiging aan te
danken heb, het zal wel dat eettentje geweest zijn
waar we 's middags gestopt zijn. De rest van de dag
ben ik goed ziek, ik wil wel verder maar het gaat
echt niet, als ik opsta zie ik zwart voor mijn ogen
en word ik gelijk weer misselijk. Marnix heeft
vreemd genoeg bijna nergens last van.
Maandag 6 november 2000, Dera Ghazi Khan – Bannu
Vandaag voel ik me gelukkig alweer wat beter.
Alleen vandaag is het Marnix z'n beurt, hij moet ook
overgeven 's ochtends, maar nadat hij alles eruit
gegooid heeft gaat het een stuk beter met hem. Hij
zegt dat ie wel in staat is om verder te rijden, ik
voel me veel te zwak om zelf te gaan rijden, dus hij
rijdt vandaag. We spreken af dat we een niet te
grote afstand af zullen leggen vandaag. Het doel
voor vandaag is Bannu, zo'n 250 km naar het noorden
vanaf Dera Ghazi Khan. Ik ben er niet echt bij
vandaag, ik zit op de bijrijdersstoel en fungeer als
"kan ik er langs ja of nee?", het inhalen blijft
lastig als je aan de verkeerde kant zit. Gelukkig
komen we vroeg in de middag aan in Bannu, we vragen
aan iemand of er een hotel is in het stadje, hij
snapt niet wat we bedoelen, hotel?, otel? hoootel?,
hoe we het woord ook uitspreken, hij snapt er niks
van, we vragen het maar aan iemand anders, deze keer
hebben we beet, iemand die goed Engels spreekt, hij
zal ons wel even de weg wijzen. We komen bij een erg
luxe uitziend hotel, we vragen wat een overnachting
kost, de prijs is vrij hoog maar we hebben de
energie niet meer om verder te gaan zoeken en we
kunnen wel een beetje luxe gebruiken. De eigenaar
van het hotel is echt supervriendelijk, hij regelt
alles voor ons, hij behandelt ons alsof we zijn
zoons zijn, wat een aardige oude man.
Dinsdag 7 november 2000, Bannu - Peshawar
De volgende dag voel ik me echt een stuk beter,
ik ben de vorige avond vroeg gaan slapen en dat
heeft veel goeds gedaan. Marnix voelt zich
daarentegen een stuk slechter, dus ik moet maar
rijden vandaag. De wegen zijn goed, het schiet
aardig op, het landschap is vrij saai, wat heuvels,
droog, weinig aan. Het is druk op de weg, we moeten
vaak wachten met inhalen, die verdomde vrachtwagens
als die er niet waren zaten we nu al in Delhi... Het
is een saaie rijdag vandaag, er gebeurt weinig
spannends. Om een uur of 16.00 komen we aan in
Peshawar, ons einddoel voor vandaag. Peshawar is een
vrij grote stad, de Lonely Planet is vrij positief
dus we hopen dat we eindelijk eens in een
interessante Pakistaanse stad terecht zullen komen.
Het hotel is gelukkig snel gevonden, een goedkoop
maar vrij goed hotel. We zijn voorzichtig met wat we
eten, want we willen niet weer zo ziek worden, we
hebben nog wat
pasta-een-beetje-water-erbij-en-klaar-maaltijden,
normaal niet te eten maar het smaakt nu echt
goddelijk, Marnix is helaas een beetje te ziek om te
eten, hij slaapt de rest van de dag. Ik ga ook maar
vroeg slapen, er is verder niet veel te doen in het
hotel, geen andere reizigers helaas. |
|
|
|