|
|
Zaterdag 14 oktober
2000, Tabriz
De volgende dag (14-10-00) worden we pas om
11.00 wakker. Aankleden, een kop koffie en de stad
in is het plan. Als we buiten komen zien we voor de
eend een Dyane staan. (Dyane = luxe eend,
vierkantere vormgeving dan eend, je ziet ze hier
overal, de eend kennen ze hier niet). Even een foto
maken, de eigenaar van de Dyane komt naar buiten en
we beginnen een gesprekje. Hij vertelt ons dat er
een paar straten verderop een Dyanegarage is, we
gaan op zoek, na een kwartiertje zijn we er. We
krijgen een kleine rondleiding door de kleine
eenvoudige garage en we vertellen ze dat we met de
eend van Holland naar Iran zijn gereden en dat
vinden ze natuurlijk prachtig. In de garage verkopen
ze helaas geen onderdelen maar even verderop zou een
winkeltje zijn met Dyane onderdelen. (Jyane heten ze
hier trouwens).. Als we de weg vragen aan twee
Iraniërs worden we meteen uitgenodigd om ergens te
gaan lunchen. Het zijn wederom erg aardige lui en ze
spreken goed Engels.
Na de lunch, hoe we ook aandringen zij betalen,
wisselen we adressen en e-mail adressen uit en gaan
we weer onze eigen weg. We gaan op zoek naar een
internet-cafe, lastig te vinden hier. We vragen
ernaar op het postkantoor en we hebben meteen een
persoonlijke gids. Hij zal wel even wat regelen voor
ons, we nemen een taxi, kost hier ook niks, f 0,30
p.p. de halve stad door. Onze gids weet geen
internetcafé maar hij weet wel iets anders. Zo
belanden we bij een klein computerzaakje, onze
Iraanse vriend overlegd even met de eigenaar en
alles wordt geregeld. Als we achteraf willen betalen
voor het e-mailen wordt er vriendelijk gezegd: "No,
no you're my guest". We nemen afscheid en we lopen
richting de Bazaar van Tabriz. Leuke bazaar maar
niks, vergeleken met de bazaar in Istanbul. In de
bazaar ontmoeten we Nasar, hij werkt bij de Tourist
Office van Tabriz en spreekt erg goed Engels. We
drinken thee en we trekken de hele middag en avond
met hem op. Hij kan ons alles vertellen over Iran,
het is een aardige en intelligente man. Hij laat ons
alles van Tabriz zien, zijn missie in het leven: de
weinige toeristen die naar Tabriz komen zo goed
mogelijk opvangen en het naar de zin maken zodat er
meer toeristen zullen komen. In Tabriz kent hij
iedereen en alles, hij doet ons denken aan een soort
dominee en zo ziet hij er ook uit. Na het eten
belanden we op een soort volksuniversiteit, er wordt
voornamelijk Engels conversatie gegeven en Nasar
vraagt ons of we een les willen bijwonen. We worden
allebei in een verschillende klas gedropt en het
komt erop neer dat wij les moeten geven. Na onze
'teaching job' lopen we nog wat door de stad met
Nasar en aan het eind van de avond nemen we afscheid
van Nasar en nemen we een taxi naar ons 'hotel'. Wat
een dag weer...
|
|
|
|