|
 |
|
Argentinië |
|
|
|
|
|
Ontmoeting met de
pinguïns
De volgende morgen na het ontbijt rijden we zo
snel mogelijk naar de plek waar de pinguïns zitten.
En, ons nachtelijk avontuur van de avond daarvoor
loont, want we zijn helemaal alleen met de pinguïns
en kunnen dus in alle rust van ze genieten.
Over een flink gebied verspreid zitten hier zo’n
30.000 pinguïns. De grond is helemaal kaal gelopen
en gescheten en overal zie je de gaten die ze hebben
gegraven om hun nest in te bouwen. Midden door het
gebied loopt een plankier waar je overheen mag
lopen. Links en rechts, onder en op het plankier,
overal zie je de pinguïns rondwandelen, broeden,
zonnen, poetsen en ruzie maken. Sommige van de
nesten zitten zo dichtbij de looproute dat je de
kuikens (sommige net uit het ei) kan zien. We nemen
uitgebreid de tijd om hier rond te lopen. Het voelt
echt heel bijzonder om zó dichtbij de pinguïns te
kunnen zijn.
Na dit bijzondere bezoek, rijden we nog naar één van
de uitzichtspunten van het park en daarna rijden we
naar Puerto Madryn waar we de nacht doorbrengen bij
de nog in aanbouw zijnde Camping Municipal. We
hebben alleen wel het idee dat die de komende jaren
nog wel in aanbouw zal blijven want de campingbaas
heeft het, naar het lijkt, vooral druk met het
fokken en vetmesten van konijnen, ganzen en twee
varkens. Maar goed, wij staan hier prima.
Indrukwekkende capriolen
Vandaag gaan we naar Reserva Nacional Península
Valdés. Dit is een schiereiland net ten noorden van
Puerto Madryn en hier kan je onder andere walvissen,
zeeleeuwen en zeeolifanten zien. Om te beginnen
rijden we naar Puerto Pirámides. Daar vandaan willen
we een excursie naar de walvissen doen. We vinden
een leuke camping die gerund wordt door de
plaatselijke politie. Achter het politiebureau
hadden ze nog een stukje land over en daar zijn ze
een camping begonnen. Als we inchecken wordt er net
een poster opgehangen met een aankondiging voor het
jaarlijkse personeelsfeest. Dat is toch een goed
doel voor de paar pessos die we betalen om op de
camping te mogen staan (we vermoeden tenminste dat
het geld daarheen gaat).
Nadat we hebben gelunched, begeven we ons naar het
strand waar vandaan de walvisexcursie vertrekt. Heel
luxe kan je op het strand via een trap in de boot
klimmen, waarna een tractor hem het water in duwt.
Terwijl we staan te wachten om aan boord te gaan,
zien we voor de kust al de eerste walvissen. Dat
beloofd heel wat.
Na een klein kwartiertje varen, komen we aan in de
baai waar de walvissen zitten. In het begin zien we
ze vooral op enige afstand voorbij zwemmen, maar het
duurt niet lang voor de eerste walvissen beginnen te
springen. Er zijn zoveel walvissen dat je gewoon
niet weet waar je moet kijken. Een moeder met een
kleintje zwemt de hele tijd in de buurt van de boot
rond en na enige tijd komt ze zo dichtbij dat je ze
aan had kunnen raken (als het had gemogen) en dat je
nat wordt als ze haar adem uitblaast. Zou ze vinden
dat we allemaal een douche nodig hebben? Het is echt
helemaal te gek en we genieten met volle teugen van
dit bijzondere schouwspel. Helaas is het ruim een
uur later tijd om terug te gaan naar, we hadden hier
nog wel uren willen blijven kijken.
Als we terug zijn in Puerto Pirámides, slenteren we
nog wat door het dorpje voor we terug gaan naar de
auto voor het avondmaal.
Dik, vet en lui
De volgende dag rijden we het eiland rechtsom
rond. De eerste stop is Punta Norte waar je van een
(behoorlijke) afstand zeeolifanten kunt zien. De
aardige ranger beantwoordt vragen die we hebben.
Waarom doen ze zo weinig? Ze ligggen te vervellen.
Gedurende het vervellen doen ze zo min mogelijk en
teren ze in op hun vetreserves. Zo te zien kunnen ze
dat nog een tijd volhouden, want ze zijn over het
algemeen gigantisch dik. De kleine zeeolifanten die
er liggen zijn ongeveer zes weken oud. Alleen de
eerste drie weken krijgen ze moedermelk, daarna
teren ook zij in op hun reserves terwijl ze wachten
tot hun babyvacht is vervangen door een echte
zwemvacht. Er is ook een eenzaam zeeleeuwtje, die
even de kolonie komt bezoeken. De zeeolifanten
hebben blijkbaar geen last van het verre familielid.
Het is leuk om de verschillen te zien, de bouw is
heel anders. De zeeleeuw is niet alleen eleganter
gelijnd maar ook aanzienlijk vlotter op het droge.
Een zeeleeuw kan zijn achtervlerken gebruiken om te
‘lopen’ op vier vlerken. Een zeeolifant kan alleen
maar als een soort gigantische rups op zijn buik
voort romperen, erg onbeholpen. Het kost blijkbaar
ook heel veel energie, want steeds pauseren ze even
om op adem te komen. Helaas zijn de beesten ver weg.
We rijden verder naar Caleta Valdez waar we pinguïns
zien en horen. Ze zijn hier niet zo goed te
bestuderen als bij Cabo Dos Bahías, maar het is wel
leuk om te zien hoe ze in een steile helling kunnen
nesten (het nestgebied bij Cabo Dos Bahías was
vrijwel vlak) en hoe ze zowaar nog behoorlijk vlot
tegen de helling op krabbelen. Nadat de
alleraardigste ranger ons welkom heeft geheten, gaan
we eerst lunchen. Voor het eerst sinds tijden kunnen
we weer lekker buiten zitten en we nemen dan ook
lekker de tijd. Dat wordt nog beloond met een
bezoekje van de grijze vos aan de parkeerplaats
waardoor we die in alle rust van heel dichtbij
kunnen bekijken.
En dan is het tijd om 150 miljoen jaar oude bomen te
gaan bekijken. Voordat het Andes gebergte werd
gevormd, stond dit gebied vol met bossen die
vergelijkbaar waren met het amerikaanse Redwood dat
we Calefornië hebben bezocht. In de periode dat de
Andes ontstond, zijn deze bossen bedolven onder de
lava en in de loop der jaren zijn de bomen helemaal
versteend. Gedurende de na volgende periode is door
erosie een deel van dit bos bloot gelegd. Onder het
vulkanisch puin ligt echter nog veel en veel meer.
Door het gebied is een wandeling uitgezet die langs
een aantal van de blootgelegde bomen voert.
Het is indrukwekkend om de enorme bomen zo te zien
liggen. Heel bijzonder is ook dat als je ze aanraakt
het zelfs bijna nog voelt als hout. Je ziet de
houtnerf nog duidelijk lopen evenals bijvoorbeeld de
plekken waar takken hebben gezeten of vogels een
holte in de stam hebben gemaakt. Na deze wandeling
bezoeken we nog het kleine museum van de ranger.
Daar zijn onder andere ook versteende dennenappels
te zien en andere fossielen die in het gebied zijn
gevonden.
Eind van de middag vertrekken we richting Reserva
Nacional Cabo Dos Bahías waar we rond middernacht
aankomen. We overnachten op de parkeerplaats bij de
ingang van het park zodat we de volgende morgen
vroeg bij de pinguïns kunnen zijn. |
|
|