2006 PanameriACA 
Philo en Rodriaan vertrokken in 2006 naar Amerika om een toch te maken van Canada naar Argentina met hun Acadiane. De Pan-Amerikaanse weg is een weg, of beter een netwerk van wegen, die de uiteinden van de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika met elkaar verbindt. De weg loopt van Fairbanks in Alaska tot Vuurland in Argentinië. Over de lengte van de wegen verschillen de meningen. De schattingen lopen uiteen van 25.000 tot 50.000 kilometer.
 
 
 
 
 

 

Argentinië

 
 
 
 
Ontmoeting met de pinguïns
De volgende morgen na het ontbijt rijden we zo snel mogelijk naar de plek waar de pinguïns zitten. En, ons nachtelijk avontuur van de avond daarvoor loont, want we zijn helemaal alleen met de pinguïns en kunnen dus in alle rust van ze genieten.
Over een flink gebied verspreid zitten hier zo’n 30.000 pinguïns. De grond is helemaal kaal gelopen en gescheten en overal zie je de gaten die ze hebben gegraven om hun nest in te bouwen. Midden door het gebied loopt een plankier waar je overheen mag lopen. Links en rechts, onder en op het plankier, overal zie je de pinguïns rondwandelen, broeden, zonnen, poetsen en ruzie maken. Sommige van de nesten zitten zo dichtbij de looproute dat je de kuikens (sommige net uit het ei) kan zien. We nemen uitgebreid de tijd om hier rond te lopen. Het voelt echt heel bijzonder om zó dichtbij de pinguïns te kunnen zijn.
Na dit bijzondere bezoek, rijden we nog naar één van de uitzichtspunten van het park en daarna rijden we naar Puerto Madryn waar we de nacht doorbrengen bij de nog in aanbouw zijnde Camping Municipal. We hebben alleen wel het idee dat die de komende jaren nog wel in aanbouw zal blijven want de campingbaas heeft het, naar het lijkt, vooral druk met het fokken en vetmesten van konijnen, ganzen en twee varkens. Maar goed, wij staan hier prima.

Indrukwekkende capriolen
Vandaag gaan we naar Reserva Nacional Península Valdés. Dit is een schiereiland net ten noorden van Puerto Madryn en hier kan je onder andere walvissen, zeeleeuwen en zeeolifanten zien. Om te beginnen rijden we naar Puerto Pirámides. Daar vandaan willen we een excursie naar de walvissen doen. We vinden een leuke camping die gerund wordt door de plaatselijke politie. Achter het politiebureau hadden ze nog een stukje land over en daar zijn ze een camping begonnen. Als we inchecken wordt er net een poster opgehangen met een aankondiging voor het jaarlijkse personeelsfeest. Dat is toch een goed doel voor de paar pessos die we betalen om op de camping te mogen staan (we vermoeden tenminste dat het geld daarheen gaat).

Nadat we hebben gelunched, begeven we ons naar het strand waar vandaan de walvisexcursie vertrekt. Heel luxe kan je op het strand via een trap in de boot klimmen, waarna een tractor hem het water in duwt. Terwijl we staan te wachten om aan boord te gaan, zien we voor de kust al de eerste walvissen. Dat beloofd heel wat.
Na een klein kwartiertje varen, komen we aan in de baai waar de walvissen zitten. In het begin zien we ze vooral op enige afstand voorbij zwemmen, maar het duurt niet lang voor de eerste walvissen beginnen te springen. Er zijn zoveel walvissen dat je gewoon niet weet waar je moet kijken. Een moeder met een kleintje zwemt de hele tijd in de buurt van de boot rond en na enige tijd komt ze zo dichtbij dat je ze aan had kunnen raken (als het had gemogen) en dat je nat wordt als ze haar adem uitblaast. Zou ze vinden dat we allemaal een douche nodig hebben? Het is echt helemaal te gek en we genieten met volle teugen van dit bijzondere schouwspel. Helaas is het ruim een uur later tijd om terug te gaan naar, we hadden hier nog wel uren willen blijven kijken.
Als we terug zijn in Puerto Pirámides, slenteren we nog wat door het dorpje voor we terug gaan naar de auto voor het avondmaal.

Dik, vet en lui
De volgende dag rijden we het eiland rechtsom rond. De eerste stop is Punta Norte waar je van een (behoorlijke) afstand zeeolifanten kunt zien. De aardige ranger beantwoordt vragen die we hebben. Waarom doen ze zo weinig? Ze ligggen te vervellen. Gedurende het vervellen doen ze zo min mogelijk en teren ze in op hun vetreserves. Zo te zien kunnen ze dat nog een tijd volhouden, want ze zijn over het algemeen gigantisch dik. De kleine zeeolifanten die er liggen zijn ongeveer zes weken oud. Alleen de eerste drie weken krijgen ze moedermelk, daarna teren ook zij in op hun reserves terwijl ze wachten tot hun babyvacht is vervangen door een echte zwemvacht. Er is ook een eenzaam zeeleeuwtje, die even de kolonie komt bezoeken. De zeeolifanten hebben blijkbaar geen last van het verre familielid.

Het is leuk om de verschillen te zien, de bouw is heel anders. De zeeleeuw is niet alleen eleganter gelijnd maar ook aanzienlijk vlotter op het droge. Een zeeleeuw kan zijn achtervlerken gebruiken om te ‘lopen’ op vier vlerken. Een zeeolifant kan alleen maar als een soort gigantische rups op zijn buik voort romperen, erg onbeholpen. Het kost blijkbaar ook heel veel energie, want steeds pauseren ze even om op adem te komen. Helaas zijn de beesten ver weg.
We rijden verder naar Caleta Valdez waar we pinguïns zien en horen. Ze zijn hier niet zo goed te bestuderen als bij Cabo Dos Bahías, maar het is wel leuk om te zien hoe ze in een steile helling kunnen nesten (het nestgebied bij Cabo Dos Bahías was vrijwel vlak) en hoe ze zowaar nog behoorlijk vlot tegen de helling op krabbelen. Nadat de alleraardigste ranger ons welkom heeft geheten, gaan we eerst lunchen. Voor het eerst sinds tijden kunnen we weer lekker buiten zitten en we nemen dan ook lekker de tijd. Dat wordt nog beloond met een bezoekje van de grijze vos aan de parkeerplaats waardoor we die in alle rust van heel dichtbij kunnen bekijken.
En dan is het tijd om 150 miljoen jaar oude bomen te gaan bekijken. Voordat het Andes gebergte werd gevormd, stond dit gebied vol met bossen die vergelijkbaar waren met het amerikaanse Redwood dat we Calefornië hebben bezocht. In de periode dat de Andes ontstond, zijn deze bossen bedolven onder de lava en in de loop der jaren zijn de bomen helemaal versteend. Gedurende de na volgende periode is door erosie een deel van dit bos bloot gelegd. Onder het vulkanisch puin ligt echter nog veel en veel meer. Door het gebied is een wandeling uitgezet die langs een aantal van de blootgelegde bomen voert.
Het is indrukwekkend om de enorme bomen zo te zien liggen. Heel bijzonder is ook dat als je ze aanraakt het zelfs bijna nog voelt als hout. Je ziet de houtnerf nog duidelijk lopen evenals bijvoorbeeld de plekken waar takken hebben gezeten of vogels een holte in de stam hebben gemaakt. Na deze wandeling bezoeken we nog het kleine museum van de ranger. Daar zijn onder andere ook versteende dennenappels te zien en andere fossielen die in het gebied zijn gevonden.
Eind van de middag vertrekken we richting Reserva Nacional Cabo Dos Bahías waar we rond middernacht aankomen. We overnachten op de parkeerplaats bij de ingang van het park zodat we de volgende morgen vroeg bij de pinguïns kunnen zijn.
 
Home 
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9
Pagina 10
Pagina 11
Pagina 12
Pagina 13
Pagina 14
Pagina 15
Pagina 16
Pagina 17
Pagina 18
Pagina 19
Pagina 20
Pagina 21
 
 
 

2 C V T R A V E L

         
 
  © Copyright 2014 - 2cvTravel. All Rights Reserved.

ADVERTEREN   Disclaimer  Contact