|
 |
|
AMERIKA |
|
|
|
|
|
Dag
1 en 2
Het is gelukt! We zijn zonder noemenswaardige
ellende de grens met de VS gepasseerd. We moesten
alleen bij een douanier langs voor vingerafdrukken
en een foto en daarna konden we doorrijden. Ongeveer
20 minuten later en 12 dollar armer beginnen we aan
deel twee van onze reis.
Het is inmiddels eind van de middag en dus zoeken we
een camping op in de buurt van Burlington. Omdat de
auto angstaanjagende geluiden maakt bij het
schakelen, besluiten we een dag op deze camping te
blijven om te onderzoeken wat het probleem is (lees:
de motor er uit te halen :-( ). Na een uur of twee
sleutelen is de motor er uit en blijkt dat er geen
vet meer zit in het prise-aslager dat in de krukas
zit. Gelukkig is het bronzen glijlager niet
noemenswaardig beschadigd. Na er een flinke klodder
vet in te hebben gedaan, bouwt Rodriaan de motor
snel weer in. Zo, dat is gelukt zonder dat iemand
van de camping het gemerkt heeft (ze hadden deze
actie vast geen goed idee gevonden).
Dag 3
Vandaag zijn we doorgereden naar Seattle waar we
genoten hebben van het arboretum en de Japanse Tuin.
Als we aan het eind van de dag uitgekeken zijn,
besluiten we het centrum van de stad te laten voor
wat het is en rijden we over de Tacoma Narrows
Bridge naar het Kopachuck State Park. We komen
veilig deze beroemde, ooit ingestorte golvende brug.
In Kopachuck maken we kennis met de amerikaanse
‘state park campgrounds’ en we weten direct dat we
die vaker op zullen zoeken. Mooi gelegen terreinen
met grote plekken en geen drukte waar je gewoon zelf
een plek uitzoekt en vervolgens het benodigde geld
in een envelop in een brievenbus doet.
Zo na drie dagen vallen ons een aantal verschillen
met Canada op:
Amerikanen houden zich, in tegenstelling tot de
Canadezen, wel aan de maximum snelheid.
Amerikanen zijn veel minder verbaasd over de auto.
In Canada reed er bijna niet één auto voorbij zonder
te kijken of een foto te maken en konden we nergens
stoppen zonder aangesproken te worden (in vijf weken
zijn we maar drie keer niet aangesproken!). In
Amerika lijkt het een end normaler om met een oude
auto op pad te zijn. Mensen kijken nauwelijks op of
om als ze langs rijden en we worden veel minder vaak
aangesproken.
Amerikanen hebben veel meer behoefte aan bevestiging
dat hun land een geweldig land is, dan de Canadezen.
In Amerika zie je veel meer armoede dan in Canada.
Amerikanen weten nog minder wat er in de wereld
speelt.
Amerika is veel dichter bevolkt dan Canada.
De mogelijkheden om de State Parks en de Nationale
Parken te verkennen en er te kamperen, zijn beter
geregeld dan in Canada.
Dag 4 t/m 6
Vandaag rijden we via Highway 101 naar het
zuiden en maken we kennis met de kust van Washington
en de Stille Oceaan. Deze blijkt vooral veel mist te
genereren waardoor je maar zelden een blik kunt
werpen op het natuurschoon van deze kust. Omdat we
de mist en de zee wel weer even gezien hebben,
rijden we op dag vijf naar het Crater Lake National
Park. Centraal in dit park staat, zoals de naam al
doet vermoeden, een kratermeer. Bijzonder aan het
meer is de bijna perfect ronde vorm en doordat het
in de loop van 8000 jaar helemaal gevuld is met
regenwater, is het water heel erg helder.
We rijden over de kraterrand het meer rond (wandelen
gaat helaas nog niet echt met Philo’s verzwikte
pootje) en genieten van het natuurschoon. Andere
bijzonderheden in dit park zijn de Pumice Desert en
de Pinnacles. Bij de uitbarsting van 8000 jaar
geleden, is een woestijn van vulkanisch as en ander
pyroclastisch materiaal ontstaan waar nu nog steeds
vrijwel niets wil groeien. De Pinnacles zijn
versteende ontgassingskanalen (fumarolen) van de
verschillende lagen vulkanisch as die door erosie
vrij zijn komen te staan. De meeste van deze
fumarolen zijn hol.
Na deze heerlijke dag natuur, rijden we de volgende
dag naar onze volgende vulkanische bestemming:
Lassen National Park. |
|
|