2006 PanameriACA 
Philo en Rodriaan vertrokken in 2006 naar Amerika om een toch te maken van Canada naar Argentina met hun Acadiane. De Pan-Amerikaanse weg is een weg, of beter een netwerk van wegen, die de uiteinden van de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika met elkaar verbindt. De weg loopt van Fairbanks in Alaska tot Vuurland in Argentinië. Over de lengte van de wegen verschillen de meningen. De schattingen lopen uiteen van 25.000 tot 50.000 kilometer.
 
 
 
 
 

 

CHILI

 
 
 
 
 

Valle de la Luna en Reserva Nacional Los Flamencos
Na de toer in Chuquicamata rijden we via Valle de la Luna naar San Pedro de Atacama. Valle de la Luna is een zeer divers natuurgebied met zandduinen, bizarre rotsformaties en kliffen. In grote delen van het gebied is een witte waas aanwezig, alsof alles met poedersuiker (of poedersneeuw) is bedekt. In werkelijkheid is dit zout!
San Pedro is een behoorlijk toeristische oase in de Atacama woestijn. Ondanks dat het hier veel groener is dan in Calama, is het nog steeds heel droog en stoffig. We vinden een camping in de perenboomgaard van een aardige Indiaan waar we de nacht doorbrengen.
De volgende dag rijden we langs verschillende delen van het Reserva Nacional Los Flamencos. Dit park is opgedeeld in zeven deelgebieden die een flinke eind uitelkaar liggen. Er zijn niet alleen flamingo’s te zien, ook het landschap is schitterend. Vooral de hooggelegen gebieden tegen de Andes aan zijn buitengewoon mooi. We besluiten om eerst de Laguna Miscanti te bezoeken, een hoog in de Andes gelegen meer dat, volgens een franse dame die we in Chuquicamata hebben gesproken, schitterend zou moeten zijn. Maar helaas, op ruim 4000 meter hoogte is de lucht zo ijl en de weg zo stijl dat de Aca het voor gezien houdt. Hij wil niet meer verder. Omdat het al laat in de middag is en we ook nog een andere lagune willen bezoeken, besluiten we om niet lopend verder te gaan maar om te keren en naar de lager gelegen lagune te rijden. Behalve de Aca hebben we zelf namelijk ook wel een beetje last van de hoogte hier.
We rijden naar de Laguna Chaxa. Deze is gelegen in de Salar de Atacama. Tussen de zoutkristallen is een heel zout meer, waar de flamingo’s (en andere dieren) hun eten bij elkaar scharrelen. In het zoute water leven vooral algen maar ook een speciale zoutgarnaal. Heel apart om typische strandvogels (meeuwen en steltlopers) op zo’n 3000 m hoogte aan te treffen.
Na dit bezoek rijden we over de zoutvlakte naar Peine, een dorp aan de westrand van de Salar de Atacama. Bij het ‘zwembad’ (een paar dammen in het plaatselijke beekje) mogen we kamperen. Het oude Peine dat naast het zwembad heeft gelegen is ooit bedolven onder een lavastroom. Er zijn geen kerktorens te zien die mooi boven de lava uitsteken, alleen maar lava.

Terug naar het zuiden
Na Peine steken we de zoutvlakte oost-west over, waarna we in zuidelijke richting naar de Escondida mijn rijden. De auto krijgt het zwaar te verduren, want waar in de buurt van San Pedro de ‘Ripio’ wegen nog goed vlak waren, wordt het op dit weinig bereden deel erg hobbelig en (veel erger) zijn er plaatselijk vreselijke wasbord ribbels die je het gevoel geven dat alles losrammelt (en dat is ook zo). Als we af en toe stoppen is de stilte echter overweldigend. Juist omdat er in het geheel geen ander verkeer is (ook geen vliegtuigen), er geen vogels zijn, er geen planten groeien (waar de wind door kan suizen) is het hier onwerkelijk stil. Nog nooit eerder zijn we op zo'n stille plek geweest. Bij de Escondida mijn graven ze structureel een berg met kopererts af. Geen indrukwekkend gat in de grond dus, maar wel een mega productie. En een mooie asfaltweg naar de Panamericana...

Ongeveer op driekwart van de Escondida mijn naar de Panamericana staat er een bord met ‘ruta 5 sur’ hetgeen zou betekenen dat we een stuk af kunnen snijden. Op de kaart staat ‘Ripio’ maar wat we kunnen zien is superdeluxe asfalt, dus we nemen de afsnijroute. Na ongeveer 15 van de totaal 60 km houdt het asfalt echter op en komen we op een vreselijk slechte weg die ooit wel asfalt is geweest maar nu een en al puin en gaten. Verderop wordt het alsnog Ripio, dus de kaart heeft in zekere zin toch gelijk gehad. Halverwege komen we nog langs een kerkhof, werkelijk midden in het niets. Weer op de Panamericana rijden we vol gas naar ‘Pan de Azucar’ waar we overnachten. De volgende dag zien we meer van dit nationaal park waar onder andere bijzondere cactussen groeien en waar op eilandjes voor de kust zeeleeuwen en Humboldt pinguďns leven.
Van Pan de Azucar rijden we naar ‘Thermas de Socos’ waar we 2 nachten verblijven op een (voor chileense begrippen) zeer fraaie camping. We gebruiken de dag om de was te doen en de auto een kleine beurt te geven (olie verversen, kleppen stellen en alles wat los kan zijn gerammeld controleren en eventueel vast zetten).

 
Home 
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9
Pagina 10
Pagina 11
Pagina 12
Pagina 13
Pagina 14
Pagina 15
Pagina 16
Pagina 17
Pagina 18
Pagina 19
Pagina 20
Pagina 21
 
 
 

2 C V T R A V E L

         
 
  © Copyright 2014 - 2cvTravel. All Rights Reserved.

ADVERTEREN   Disclaimer  Contact