2006 PanameriACA 
Philo en Rodriaan vertrokken in 2006 naar Amerika om een toch te maken van Canada naar Argentina met hun Acadiane. De Pan-Amerikaanse weg is een weg, of beter een netwerk van wegen, die de uiteinden van de continenten Noord-Amerika en Zuid-Amerika met elkaar verbindt. De weg loopt van Fairbanks in Alaska tot Vuurland in Argentinië. Over de lengte van de wegen verschillen de meningen. De schattingen lopen uiteen van 25.000 tot 50.000 kilometer.
 
 
 
 
 

 

AMERIKA

 
 
 
 
 

Dag 1 en 2
Het is gelukt! We zijn zonder noemenswaardige ellende de grens met de VS gepasseerd. We moesten alleen bij een douanier langs voor vingerafdrukken en een foto en daarna konden we doorrijden. Ongeveer 20 minuten later en 12 dollar armer beginnen we aan deel twee van onze reis.
Het is inmiddels eind van de middag en dus zoeken we een camping op in de buurt van Burlington. Omdat de auto angstaanjagende geluiden maakt bij het schakelen, besluiten we een dag op deze camping te blijven om te onderzoeken wat het probleem is (lees: de motor er uit te halen :-( ). Na een uur of twee sleutelen is de motor er uit en blijkt dat er geen vet meer zit in het prise-aslager dat in de krukas zit. Gelukkig is het bronzen glijlager niet noemenswaardig beschadigd. Na er een flinke klodder vet in te hebben gedaan, bouwt Rodriaan de motor snel weer in. Zo, dat is gelukt zonder dat iemand van de camping het gemerkt heeft (ze hadden deze actie vast geen goed idee gevonden).

Dag 3
Vandaag zijn we doorgereden naar Seattle waar we genoten hebben van het arboretum en de Japanse Tuin. Als we aan het eind van de dag uitgekeken zijn, besluiten we het centrum van de stad te laten voor wat het is en rijden we over de Tacoma Narrows Bridge naar het Kopachuck State Park. We komen veilig deze beroemde, ooit ingestorte golvende brug. In Kopachuck maken we kennis met de amerikaanse ‘state park campgrounds’ en we weten direct dat we die vaker op zullen zoeken. Mooi gelegen terreinen met grote plekken en geen drukte waar je gewoon zelf een plek uitzoekt en vervolgens het benodigde geld in een envelop in een brievenbus doet.
Zo na drie dagen vallen ons een aantal verschillen met Canada op:
Amerikanen houden zich, in tegenstelling tot de Canadezen, wel aan de maximum snelheid.
Amerikanen zijn veel minder verbaasd over de auto. In Canada reed er bijna niet één auto voorbij zonder te kijken of een foto te maken en konden we nergens stoppen zonder aangesproken te worden (in vijf weken zijn we maar drie keer niet aangesproken!). In Amerika lijkt het een end normaler om met een oude auto op pad te zijn. Mensen kijken nauwelijks op of om als ze langs rijden en we worden veel minder vaak aangesproken.
Amerikanen hebben veel meer behoefte aan bevestiging dat hun land een geweldig land is, dan de Canadezen.
In Amerika zie je veel meer armoede dan in Canada.
Amerikanen weten nog minder wat er in de wereld speelt.
Amerika is veel dichter bevolkt dan Canada.
De mogelijkheden om de State Parks en de Nationale Parken te verkennen en er te kamperen, zijn beter geregeld dan in Canada.

Dag 4 t/m 6
Vandaag rijden we via Highway 101 naar het zuiden en maken we kennis met de kust van Washington en de Stille Oceaan. Deze blijkt vooral veel mist te genereren waardoor je maar zelden een blik kunt werpen op het natuurschoon van deze kust. Omdat we de mist en de zee wel weer even gezien hebben, rijden we op dag vijf naar het Crater Lake National Park. Centraal in dit park staat, zoals de naam al doet vermoeden, een kratermeer. Bijzonder aan het meer is de bijna perfect ronde vorm en doordat het in de loop van 8000 jaar helemaal gevuld is met regenwater, is het water heel erg helder.
We rijden over de kraterrand het meer rond (wandelen gaat helaas nog niet echt met Philo’s verzwikte pootje) en genieten van het natuurschoon. Andere bijzonderheden in dit park zijn de Pumice Desert en de Pinnacles. Bij de uitbarsting van 8000 jaar geleden, is een woestijn van vulkanisch as en ander pyroclastisch materiaal ontstaan waar nu nog steeds vrijwel niets wil groeien. De Pinnacles zijn versteende ontgassingskanalen (fumarolen) van de verschillende lagen vulkanisch as die door erosie vrij zijn komen te staan. De meeste van deze fumarolen zijn hol.
Na deze heerlijke dag natuur, rijden we de volgende dag naar onze volgende vulkanische bestemming: Lassen National Park.

Dag 7 t/m 10
Vandaag hebben we de hele dag doorgebracht in Lassen National Park. Hier is een vulkaan zover ge-erodeerd dat je in feite in het hart van de vulkaan zit. De plek is nog steeds heel heet waardoor het regenwater dat valt ondergronds wordt opgewarmd. Dit levert enkele spectaculaire verschijnselen op: stomende spleten en holen, borrelende modderpoelen en hete vijvers. En, omdat er ook veel zwavel aanwezig is in het gebied: een flinke rotte eieren lucht! Hier en daar lag nog sneeuw en dat was soms moeilijk te onderscheiden van de grote hoeveelheid sulfaat die in het gebied voorkomt. Een vreemde ervaring.
We hebben onder andere een wandeling gemaakt naar een plek waar veel van deze verschijnselen goed te zien (en te ruiken) zijn. Een bizar detail is dat in het kokend hete water (70° tot 95°) toch nog bacteriën leven.
De volgende dag was het tijd om naar Redwood National Park te rijden. We vertrekken vroeg en rijden langs een schitterende weg door de Coastal Mountain Range naar de kust. Een beetje dronken van alle bochten in de weg, komen we ’s avonds laat aan in Redwood National Park. De volgende dag maken we een prachtige, 15 km lange, tocht door het bos. De bomen zijn echt ongelooflijk indrukwekkend en statig. Je hebt het gevoel door een pre-historisch bos te lopen. Dat gevoel wordt nog versterkt door het feit dat we de hele wandeling bijna geen mensen tegenkomen. Je waant te terug in de tijd van de dinosauriërs. Hoe indrukwekkend het is, is eigenlijk niet goed te beschrijven, je moet het gewoon meemaken!
Natuurlijk zijn hier ook toeristische uitwassen zoals een heuse Drive Thru Tree. En ja, ook wij zijn toeristen en dus moeten we daar met de Aca natuurlijk even onderdoor ;-).

Dag 11 t/m 13
Na iets meer dan een dag rijden langs de prachtige en ruige Californische kust, komen we aan in San Francisco. Omdat er geen campings in de buurt van de stad liggen, besluiten we heel luxe om voor deze keer in een hotel te gaan zitten. We vinden een leuk en hip design hotel midden in het centrum. Nadat we hebben ingecheckt, vertrekken we voor onze eerste kennismaking met de stad. En, wat we zien bevalt ons. De stad is een boeiende mix van oude en nieuwe gebouwen en doordat de stad op verschillende heuvels is gebouwd, is het perspectief steeds weer anders en verrassend. Door zijn vele enorme bruggen en wolkenkrabbers heeft de stad iets stoers maar door de oude gebouwen en trammetjes en de vele huizen in het centrum heeft het ook iets gemoedelijks en kleinschaligs. Deze schijnbare tegenstelling zorgt ervoor dat San Francisco heel energiek overkomt.
Wat verder leuk is om te zien, is het feit dat ze veel gebruik maken van meervoudig ruimtegebruik (op straatniveau winkels en parkeren en op het dak huizen met al dan niet een tuin). En, iets dat we nog niet eerder hebben meegemaakt in Noord Amerika: er is goed openbaar vervoer. Leuk is dat e er op één lijn nog allemaal historische trammetjes rijden en dat er nog een heuse cablecar rijdt (die met de hand gedraaid moet worden aan het eindpunt). Ook hebben ze aan het waterfront op een leuke manier gebruik gemaakt van de oude haveninfrastructuur. Zo vinden we ’s avonds bijvoorbeeld een leuk italiaans restaurant in de voormalige Del Monte conserven fabriek.
De volgende dag bezoeken we onder andere het Yerba Buena Park, waar op dat moment een openlucht ballet wordt opgevoerd, en het SFMOMA. Dat is het San Francisco Museum of Modern Art. Ook maken we een rondvaart langs de kust en onder de Golden Gate Bridge door.

Dag 14 t/m 16
Na een dag rijden, arriveren in San Simeon waar we de volgende dag Hearst Castle bezoeken. Dit is een mooi voorbeeld van iemand met veel geld en een grote droom, maar geen gevoel voor maat. Het kasteel is gebouwd door William Randolph Hearst, een mediamagnaat die verschillende kranten, magazines, tv- en radiostations bezat. In zijn jonge jaren had hij een jaar door Europa getrokken met zijn moeder en daar heeft hij ‘de klok horen luiden’. De klepel (kunst is pas kunst met mate en in zijn originele setting) heeft hij niet zien hangen. Al met al zijn er best aardige onderdelen aan het kasteel, maar met name binnen is het veel te druk gevuld met allerhande kunst van verschillende stijlen en tijdperken. Omdat het zo Amerikaans is, is het echter juist heel leuk om te zien.
Na ons bezoek aan Hearst Castle rijden we door naar Los Angelos. Daar bezoeken we de volgende dag de Universal Studios en de Queen Mary. Daarna is het al laat, maar we besluiten toch nog even met de Aca over de Hollywood en Sunset Boulevards te rijden. Helaas zien we geen celebrities.

Dag 17 t/m 19
Helaas hebben we niet meer tijd voor LA en dus rijden we vandaag door naar de San Diego Zoo. Daar genieten we van een relaxed dagje tussen de pandaberen, ijsberen, apen en andere leuke beesten.
De volgende dag besluiten we een rustdag in te lassen. Na alle indrukken, is ons hoofd nu zo vol dat we besluiten om een dag niets te doen in plaats van een bezoek te brengen aan Disneyland of San Diego Seaworld. Die moeten helaas maar wachten tot een volgend bezoek aan de VS.

Dag 20 t/m 21
Op weg naar Las Vegas doen we eerst Palm Springs aan. Deze oase in de woestijn biedt de mogelijkheid om met een kabelbaan omhoog te gaan naar ... meter. Onderweg passeer je dan maar liefst vijf verschillende ecosystemen. Boven aangekomen, blijkt de temperatuur daar ‘slechts’ zo’n 25° te zijn. Een verademing na de ruim 45° die het aan de voet van de kabelbaan is. We genieten van een lunch met uitzicht op Palm Springs en maken een korte wandeling over de bergtop. Daarbij vinden we enorme dennenappels en bomen die naar vanille ruiken (ja, echt waar!).
Na ons bezoek aan Palm Springs rijden we door naar Joshua Tree NP. Omdat we er pas ’s avonds aankomen is de eerste verwelkoming een schitterende sterrenhemel. Uiteraard zien we ook dan al een paar Joshua Trees door de maan uitgelicht. Een heel unieke gewaarwording. De National Park Campground ligt schitterend (blijkt de volgende morgen) want we worden wakker tussen de stoere rotsformaties en Joshua Trees.
Vanuit Joshua Tree NP rijden we via de Mojave Desert naar Las Vegas. De Mojave Desert is erg heet (de termometer in de auto liep op tot zo’n 48°), maar toch fascinerend maar dat komt vast doordat we geen woestijn gewend zijn. Ons drinkwater was ondertussen bijna op (geen kranen in Joshua Tree NP) dus halen we water in een oase met een oud treinstation. De oase heeft een 450 m diepe eigen bron, waar niet heel erg lekker water uit komt.
We rijden verder door opgedroogde meren en kruisen droge rivierbeddingen die blijkens de borden langs de weg ook nog wel eens water vervoeren. Ook komen we plotseling op een stukje ‘Route 66’ (te zien aan het logo op de weg) en passeren we volkomen verlaten dorpjes (ja wat moet je hier ook in die stoffige droge ellende).

Dag 21 ’s avonds: Las Vegas
Eind van de middag arriveren we in Las Vegas, helaas is de laatste ‘scenic flight’ naar de Grand Canyon al volgeboekt en zijn we genoodzaakt in Vegas te overnachten. De KOA camping is het oude parkeerterrein van ‘Circus Circus’ (één van de gokpaleizen aan de strip). Voor 8 vierkante meter asfalt betalen we met smart 50 dollar waarna we de strip verkennen. Het is soms amusant en in één geval zelfs bijzonder fraai maar over het algemeen is het typisch amerikaans: het is een decor en daarachter is het niets. Zonder concurrentie het fraaiste aan de strip is de fontein van het ‘Bellagio’. Muziek, aangelichte waterstralen die bewegen en figuren maken op de maat: zeer smaakvol (in tegenstelling tot de rest van strip).

Dag 22
De volgende dag om 10 uur stappen we in een van de Twin Otters van Scenic Airlines: op weg naar de Grand Canyon! Na een aandoenlijke veiligheidsinstructie door de co-pilot (die niet rechtop kan staan en zijn show half gebukt moet uitvoeren) snorren we met geraas waar de Aca super stil bij is het luchtruim in. Als eerste vliegen we naar de Hoover-dam en Lake Mead. Na ongeveer 30 minuten vliegen komt de Grand Canyon in zicht. Het is ongelooflijk hoe uitgestrekt hij is (en dan vliegen we hem nog niet eens helemaal af). De diepte zal je waarschijnlijk meer beleven tijdens een wandeling naar beneden (en weer naar boven) maar de uitgestrektheid komt vanuit de lucht wel heel goed over.

Dag 22 (vervolg) t/m 27
Vanaf Vegas rijden we naar Bryce Canyon, onder andere via de Red Canyon en Zion NP. Een combinatie van het vieze hete Vegas, een paar keer airco in en airco uit en een paar vermoeiende dagen hebben Rodriaan geveld. In Bryce Canyon blijven we daarom maar liefst vier nachten. De dagen worden benut om uit te zieken, de Canyon te bezoeken (pas de laatste dag), de was te doen en lekker te lezen. Bryce Canyon is mooi (zeker als je er doorheen loopt) maar niet zo bijzonder en anders (voor europeanen die geen woestijnen gewend zijn) als Joshua Tree NP.
Daarna via Capitol Reef naar Arches NP. Arches is leuk, maar heeft niet de grandeur van Capitol Reef. Bij een (evt.) volgend bezoek zouden we zeker nog wat meer tijd aan Arches willen besteden (nu maar erg weinig tijd voor gehad) maar zeker ook meer tijd aan Capitol Reef. Dit komt over als een nog weinig ontgonnen park met veel grootschalige landschappen die steeds anders zijn. Arches heeft leuke zandsteen bogen maar dat is het dan ook wel, voor de rest is het landschap niet zo bijzonder.
Vanaf Arches rijden we over Hwy 50 richting Kansas. Het westelijk deel van Colorado is mooi, het oostelijk deel is saai landbouwgebied met enorme veehouderijen waar de koeien (toekomstige hamburgers) hutje mutje bovenop elkaar staan op een modderige ondergrond. De stank die rond deze veehouderijen hangt, is enorm. Juist omdat er zo heel veel ruimte en groen gras is, is het bizar en zielig om te zien hoe dicht op elkaar de koeien staan.
Via Dodge City (Kansas) rijden we verder naar Woodward OK voor een bezoek aan vrienden.

Dag 28 t/m 32
Op weg naar onze vrienden in Woodward worden we net over de grens in Oklahoma aangehouden door de politie (de eerste keer in 2 maanden!!!). Zo’n kenteken had hij nog nooit gezien en hij moest dus wel even controleren of het allemaal wel in de haak was.
Het stopteken is overigens niet erg duidelijk in de USA: de politieauto zet z'n zwaailichten aan en dan moet je maar snappen dat je moet stoppen. Niet echt duidelijk, zeker als je niets verkeerds hebt gedaan. En, ongelooflijk maar waar: als we de 2 dagen later boodschappen gaan doen worden we WEER aangehouden. Nu weten we ondertussen dat zwaailichten stoppen betekent, dus zetten we de auto aan de kant. Deze agenten zijn alleen maar nieuwsgierig, ze vragen waar het kenteken vandaan komt en daarna kunnen we doorrijden. Typisch Oklahoma?
We brengen vier heerlijke dagen door bij onze vrienden Francois en Carlena. Erg leuk om de kinderen nu eindelijk te zien! Met Francois en Sebastian bezoeken we een gipsgrot. Gips geeft heel andere vormen (veel ronder) en andere kristallen dan kalksteen (het gesteente waarin de meeste bekende grotten zijn te vinden). De rit terug naar de ingang was lekker simpel op een kar met een trekker ervoor. Mevrouw de ranger van het park reed de trekker.
Ook maken we een wandeling door het Boiling Spring State Park (hét State Park in de buurt van Woodward). De ‘boiling springs’ zijn artesische bronnen die het laatste stuk opwaarts door een fijne zandlaag stromen, zodat het eruit ziet alsof het kookt. Een soort flotatie/drijfzand dus. Geen hete naar rotte eieren stinkende poelen (wat je enigszins zou verwachten bij zo’n naam).

Dag 33 t/m 34
Vanaf Woodward rijden we richting Texas. Het noorden van Texas is erg vlak en ook wel een beetje saai vergeleken met Oklahoma. Het lijkt meer op Kansas, maar dan met veel vaker een jaknikker in het landschap. In New Mexico rijden we direct naar Santa Fe. Daar blijkt dat het opera seizoen helaas net voorbij is en kunnen we het aparte operagebouw alleen van de buitenkant bewonderen. Wel worden we tijdens onze lunch aldaar getracteerd op een voorproefje van het concert dat James Brown die avond zal geven.
Santa Fe is een gemoedelijke stad met alleen maar laagbouw die voor een heel groot deel in de typische Adobe architectuur is gemaakt. De afgeronde hoeken van de kleimuren in combinatie met de warme kleuren geven de stad een gezellige aanblik. Ook is er in tegenstelling tot de meeste amerikaanse steden sprake van een redelijke buitencultuur. Er zijn veel mensen op straat en er zijn veel gezellige terrasjes en eettentjes.
Vanuit Santa Fe rijden we naar Albuquerque voor een tocht met de Sandia Peak Aerial Tramway. Dit schijnt de langste kabelbaan ter wereld te zijn. Hij is inderdaad lang, een enkele reis duurt maar liefst 15 minuten. Vooral stoer is dat ongeveer tweederde van de rit over een volledig vrij hangende kabel gebeurt (op dat deel zijn er dus geen steunpilaren met rollen voor de kabels). Boven aangekomen maken we een korte wandeling en genieten we van de zonsondergang.
In de steeds dieper wordende duisternis rijden we daarna naar de camping die we hebben uitgezocht. Deze ligt een flink eind van Albequerque. Ook blijkt de laatste 15 km over onverharde weg te gaan. Terreinrijden in complete duisternis is best spannend maar het lukt ons om heelhuids aan te komen op de camping.

Dag 35 t/m 36
De volgende morgen rijden we terug naar Albequerque om het Petroglyf National Park te bezoeken. Hier hebben generaties indianen tekeningen op de rotsen gemaakt. Zoals in de meeste woenstijnen vormt zich een donkere laag van symbiotische organismen (schimmels en algen) op de rotsen. Deze vrij harde laag (ook wel desert varnish genoemd) is er af te bijtelen of te krabben. Op deze manier zijn de tekeningen gemaakt. Het ‘etsen’ is niet heel diep en dus vrij kwetsbaar. Het weer ‘dichtgroeien’ van de desert varnish gaat blijkbaar heel langzaam want sommmige van de tekeningen zijn honderden jaren oud.
’s Middags rijden we door naar de laatste camping die wij in de USA aandoen in Las Cruces. Omdat Philo zich grieperig voelt blijven we hier een dag staan. Deze dag gebruiken we tevens om onze plannen voor Mexico wat bij te stellen. Doordat de auto veel eerder moet worden ingeleverd dan gepland en we een week achter lopen op schema, hebben we veel korter de beschikking over onze eigen auto dan gepland. We kunnen dus niet alles bezoeken wat we van tevoren hadden bedacht.

 
Home 
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9
Pagina 10
Pagina 11
Pagina 12
Pagina 13
Pagina 14
Pagina 15
Pagina 16
Pagina 17
Pagina 18
Pagina 19
Pagina 20
Pagina 21
 
 
 

2 C V T R A V E L

         
 
  © Copyright 2014 - 2cvTravel. All Rights Reserved.

ADVERTEREN   Disclaimer  Contact